Wet- en regelgeving

De Participatiewet is in werking getreden op 1 januari 2015. Deze wet is er om zoveel mogelijk mensen die niet zelfstandig in staat zijn om te participeren op de huidige arbeidsmarkt bij een reguliere organisatie te laten werken, zodat ze deel kunnen nemen aan het arbeidsproces in de samenleving.  In de wet, die door gemeenten wordt uitgevoerd, staan afspraken om arbeidsorganisaties te stimuleren om arbeidsbeperkten in dienst te nemen.

Lees meer over de Participatiewet

Doelgroep

De Participatiewet is bedoeld voor iedereen die:

• een fysieke, psychische of verstandelijke beperking heeft
• daardoor niet zelfstandig maar alleen met een voorziening, zoals begeleiding of werkaanpassing, een baan kan vinden en behouden

Meer specifiek gaat het om:

• Wajongers die kunnen werken
• mensen met een WSW-indicatie
• mensen met een ID-baan of Wiw-baan
• mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon (WML) verdienen
• mensen die per saldo niet het minimum week- of maandloon verdienen, omdat zij door hun beperking maar een beperkt aantal uren kunnen werken
• mensen die door een beperking vanaf hun geboorte of jeugd blijvend een werkvoorziening nodig hebben, bijvoorbeeld visueel of auditief
• mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die lager opgeleid zijn dan havo of mbo-2

Deze mensen staan geregistreerd in het Doelgroepregister en vallen onder de Participatiewet

Het kabinet en sociale partners spraken in het sociaal akkoord van 2013 af dat er extra banen komen voor mensen die niet zelfstandig in staat zijn om te participeren op de huidige arbeidsmarkt. Werkgevers moeten tot 2026 samen 100.000 banen realiseren voor deze doelgroep. De overheid zorgt voor 25.000 banen. Werkgevers met meer dan 25 medewerkers zijn verplicht om per 25 medewerkers 1 persoon die niet zelfstandig in staat is om te participeren op de huidige arbeidsmarkt in dienst te hebben. Dit is het quotum arbeidsbeperkten. Indien men de banenafspraak niet nakomt, treedt de Quotumwet arbeidsbeperkten in werking.

Vanaf 2016 beoordeelt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid jaarlijks of de afgesproken aantallen uit de banenafspraak zijn gehaald. Bedrijven die hier niet aan voldoen, betalen een heffing per niet-ingevulde arbeidsplaats per jaar. Dit gebeurt totdat het bedrijf het afgesproken percentage mensen die niet zelfstandig in staat zijn om te participeren op de huidige arbeidsmarkt in dienst heeft.

Wat betekent de banenafspraak voor uw bedrijf?

Lees meer over Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten 

Tot 2015 was de Wajong bedoeld voor mensen van 18 tot en met 23 jaar die langdurig ziek zijn of een beperking hebben, waardoor zij niet of niet voldoende kunnen werken. Deze mensen hebben enig of geen arbeidsvermogen. Zij krijgen hulp bij het zoeken naar werk en hebben recht op inkomensondersteuning.

Na 2015 valt de Wajong onder de Participatiewet. Alleen mensen van 18 tot en met 23 jaar die door een ziekte of beperking nu en in de toekomst niet kunnen werken, vallen voortaan onder de Wajong-regeling. Ze hebben recht op inkomensondersteuning.

Voor mensen die onder de oude Wajong-regels vallen, verandert er niets zolang ze aan de voorwaarden voldoen.

Jongeren tot en met 23 jaar die niet zelfstandig in staat zijn om te participeren op de huidige arbeidsmarkt maar wél kunnen werken, vallen sinds 2015 niet langer onder de Wajong. Zij krijgen ondersteuning van de gemeente.

Lees meer over Wajong 

De Wet sociale werkvoorziening (WSW) was bedoeld voor arbeidsbeperkten die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen alleen in aangepaste omstandigheden arbeid konden verrichten. De wet regelde dat zij konden werken op een zo gewoon mogelijke arbeidsplek in de sociale werkvoorziening, die op hun individuele mogelijkheden was aangepast.

De WSW had drie doelstellingen:

1. Arbeid onder aangepaste omstandigheden realiseren voor de arbeidsbeperkte die daarvan afhankelijk is en er een indicatie voor heeft.
2. De arbeidsbekwaamheid van de arbeidsbeperkte behouden en zo veel mogelijk bevorderen.
3. Indien mogelijk uitstroom van de arbeidsbeperkte realiseren naar een reguliere baan.

De WSW stopte op 1 januari 2015. Er komen geen nieuwe plaatsen meer bij in de sociale werkvoorziening. Alleen mensen die op 31 december 2014 een vast contract hadden, behouden hun plaats. Voortaan begeleidt de gemeente zoveel mogelijk mensen die niet zelfstandig in staat zijn om te participeren op de huidige arbeidsmarkt naar werk bij een ‘gewone’ werkgever.

Lees meer over WsW 

WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) is de uitkering die een medewerker krijgt als hij door ziekte niet of minder kan werken.

De WIA heeft twee uitkeringen:

• WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten)
  Een uitkering voor mensen die langer dan twee jaar ziek zijn maar wel (in de toekomst) kunnen werken
   
• IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten)
  Een uitkering voor mensen die niet of nauwelijks kunnen werken en bij wie de kans op herstel klein is

Iemand kan een WIA-uitkering aanvragen als hij bijna twee jaar (104 weken) ziek is en daardoor 65% of minder kan verdienen van het oude loon. Bij de WIA geldt dat de zieke medewerker zoveel werkt als kan.

Lees meer over WIA